Joris Minne (1897-1988) blies in het Antwerpen van net na WO I de houtsnede nieuw leven in, aangespoord door het internationale succes van Frans Masereel. Tien jaar later zou hij met zijn burijngravures en droge naalden een eenzame hoogte bereiken.
Floris Jespers (1989-1965) was in de eerste plaats een schilder. Aangemoedigd door zijn vriend en mentor Paul van Ostaijen schaarde hij zich achter de meest radicale modernisten van Antwerpen. Omstreeks 1925 maakte hij zijn eerste etsen. Zijn technische bagage woog stukken lichter dan die van Joris Minne, maar net daaruit putte hij zijn kracht.
Beide kunstenaars groeiden naar een persoonlijk expressionisme dat openstond voor invloeden uit de vele andere ismen van hun tijd. Meer dan 80 jaar later wordt hun sterkste grafisch werk voor het eerst met elkaar geconfronteerd. Een sensuele en dromerig surrealistische wereld ontvouwt zich.
In het spoor van Floris Jespers lieten ook de leerlingen van het Londerzeelse Tekenatelier zich inspireren door de zee. Ook hun werken kan je tijdens de zomermaanden bewonderen in de bib.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten